Voorbeeldvragen die je je kan stellen bij de bespreking van een boek

Wie is er aan het woord?

1. Welke biografische gegevens van de auteur kun je in het werk terugvinden
2. WeÍke vertelwijze wordt in het werk gehanteerd?
3. Wat voor effect heeft deze vertelwijze op de lezer?
4. Speelt het werk zich af op verschillende vertelniveaus?
5. ls er een enkelvoudig meervoudig of wisselend perspectief?
6. Bij wie ligt het point of view in de beschríjving van de gebeurteníssen?
7. ls er sprake van betrouwbaar of onbetrouwbaar perspectief?
8. Welke functie vervult het gekozen perspectíef volgens jou?
9. Zijn er personages die van binnenuit beschreven worden? Hoe zien hun gedachten er uit?
10. Welke gebeurtenissen worden vanuit het karakter van de personages gemotiveerd?
11. ls er sprake van round of flat characters, types, karikaturen?
12. Wanneer en hoe worden de verschillende karaktereigenschappen van de personages gepresenteerd?
13. Welke innerlijke ontwikkeling is er bij de personages waar te nemen?
14. Worden personages van buitenaf beschreven? Welke uiterlijke kenmerken hebben ze en wat zou de functie daarvan kunnen zijn?

Waar speelt het zich af?

15. ln welke ruimtes (huizen,kamers,etc.) spelen de gebeurtenissen zich af?
16. Op welke geografische plaatsen spelen de gebeurtenissen zich af?
17. Wat kan de reden zijn voor de auteur om het verhaal op die plaatsen te situeren?

Wanneer speelt het zich af?

18. Spelen de gebeurtenissen zich af in verleden, heden of de toekomst
19. Welke tijdsaanduidingen worden in de tekst gegeven?
20. Waarom zou de auteur de gebeurtenissen juist op die tijdstippen situeren?
21. Hoeveel tijd nemen de gebeurtenissen in beslag en waarom hanteert de auteur dat tijdsbestek
22. Hoe is de verhouding tussen vertelde tijd en verteltijd?
23. ls er sprake van tijdsdekking? Wat is de functie daarvan?
24. Lígt het tempo hoog of laag? Hoe wordt dat tempo gerealiseerd? Komt er zo een klemtoon te liggen op bepaalde gebeurtenissen?

Wat speelt er zich af?

25. Zijn er leidmotieven te onderscheiden? Wat is de functie ervan?
26. Treedt er spiegeling op ? Welke elementen worden er gespiegeld en waarom?
27. Welke concrete motieven kun je onderscheiden?
28. Welke abstracte motieven kan je onderscheiden?
29. Wat is de grondgedachte, thema van het werk?
30. Welke stellingname (idee) tav het thema lijkt de auteur naar voren te schuiven?
31. Hoe verklaar je de titel en wat draagt die bij tot de interpretatie van het werk?
32. ls er een motto aanwezig? Wat zegt dit over het werk?
33. Hoe staat het met de symboliek in het werk?

Wat gebeurt er op het vlak van taal?

34. Komt er in het werk beeldspraak voor? Wat voor soort?
35. Komen er stijlfiguren voor? Welke en wat voor effect hebben ze?

Wat kan nog van belang zijn bij de analyse?

36. Gaat het om een bepaald type van roman of komen er elementen uit verschillende romantypes voor in het werk?
37. Kan je het werk situeren in een bepaalde literaire stroming?
38. In welke mate kun je het werk vergelijken met andere werken uit die stroming?
39. Welke grote maatschappelijke tendensen of gebeurtenissen hebben een invloed gehad bij het schrijven van dit werk?
40. ls er sprake van intertekstualiteit?
41. Hoe werd het boek ontvangen door het publiek? Was het bijvoorbeeld een bestseller?
42. Kreeg de auteur bepaalde literaire prijzen voor het werk toegekend?

Nog voorbeelden van vragen

https://bookriot.com/book-club-discussion-questions